De provincie verenigt wonen en werken in de Kanaalkant in een ambitieus toekomstplan

  • Geplaatst op: 2018-10-09 11:53:25

  • Auteur: Lynn Kemp

Gedeputeerde Lemmens, kan u ons vertellen wat de Kanaalkant precies is?

De Kanaalkant is een wat vergeten, maar buitengewoon interessant gebied dat zich uitstrekt vanaf de Antwerpse haven tot aan Wijnegem. Het wordt begrensd door de Antwerpse Ring, de Houtlaanbrug en de Bisschoppenhoflaan en doorkruist over een afstand van zeven kilometer het grondgebied van Merksem, Deurne, Schoten en Wijnegem. We spreken dan over 400 hectare bedrijvigheid, wat maakt dat de Kanaalkant het tweede grootste bedrijventerrein van de provincie is, na de haven van Antwerpen zelf.

Kan u verklaren waarom bedrijven zich hier in grote getale gevestigd hebben?

Het gebied is strategisch ideaal geplaatst door zijn ligging aan het Albertkanaal, de belangrijkste waterweg van Vlaanderen. Eerst en vooral vormt het een schakel tussen het havengebied en het hinterland. Maar bovendien wordt er nu al bijna 40 miljoen ton goederen langs het kanaal verscheept. Dit is een troef voor bedrijven wiens goederen geschikt zijn voor transport per schip. Tenslotte ligt de Kanaalkant net naast de Antwerpse haven, maar moet het niet voldoen aan dezelfde strenge voorwaarden. 

Welke problematiek was de aanleiding voor de provincie Antwerpen om een groot gebiedsgericht programma op te starten?

Eerst en vooral wordt het bedrijventerrein er gekenmerkt door verouderde bedrijfsgebouwen, een relatief beperkt gebruik van het kanaal en een verwaarloosd, ongeordend openbaar domein. Daarenboven ligt de Kanaalkant ligt in sterk verstedelijkt gebied waar niet alleen bedrijven gevestigd zijn. Er zijn ook nog andere functies. Er zijn ook woningen, scholen en sportclubs. Er is daardoor eigenlijk bijna geen beschikbare ruimte meer. Dat creëert op tal van vlakken spanning waardoor een tweestrijd ontstond tussen bedrijvigheid en wonen.

Een ander direct gevolg was dat al die functies heel wat verkeer met zich meebrengen. Nagenoeg de volledige ruimte. Zo moeten heel wat vrachtwagens zich een weg banen langs de woonstraten om de snelweg te bereiken. Hierdoor krijg je zowel druk op de wijken als op de bedrijven, die hun activiteiten niet naar behoren kunnen uitvoeren.

Kan het transport van goederen via water, dus meer specifiek het Albertkanaal, dan niet verder uitgebreid worden?

Meer transport via deze waterweg kan de verkeerslast inderdaad verminderen. Daarom lopen er verschillende investeringsprojecten om de binnenscheepvaart te stimuleren. En om er dan ook voor te zorgen dat bedrijven effectief gebruik zullen maken van het kanaal. Een onderdeel van onze aanpak bestaat er dan ook uit om de watergebondenheid van het bedrijventerrein te versterken. Dit is ook een belangrijk signaal naar de bedrijven toe. We willen hen verzekeren dat bedrijven aan de Kanaalkant op hun plaats zijn. 

Ik doe ter illustratie een greep uit de maatregelen die genomen worden daartoe. Zo wordt eerst en vooral het kanaal verbreed en verdiept. Ander maatregelen zijn de verhoging van de bruggen tussen Merksem en Wijnegem naar een doorvaarhoogte van 9,10 m. Zo krijgen ook grotere vrachtschepen doorgang via het Albertkanaal. 

Dit is een van de krachtlijnen van het plan. Maar verkeerstechnisch bewandelen we nog andere pistes om de verkeerssituatie te ontladen.

Kan u hierover een woordje uitleg geven?

Fiets-, auto- en vrachtverkeer delen de weg zeer intensief in de Kanaalkant. Enerzijds moeten bedrijven makkelijk bereikbaar zijn via een snelle aansluiting op de hoofdwegen. Anderzijds worden deze wegen ook gebruikt door de nabije en ruimere omgeving. Dat zorgt voor hinder, files en onveilige situaties. In de toekomst willen we de verschillende verkeersstromen scheiden waarbij we het vrachtverkeer zoveel mogelijk uit de woonstraten weren maar anderzijds voor vrachtverkeer van de bedrijven een vlotte verbindingen garanderen. Ook is er gericht aandacht voor het fietsverkeer: het toekomstplan duidt het stuk aan de Noordoever van het kanaal aan als fietsostrade. 

Volstaan deze maatregelen op het vlak van mobiliteit om de situatie te verbeteren?

Nee, ook op ruimtelijk vlak is er werk aan de winkel. Wat betreft de bedrijven gaan we in de toekomst uit van de richtlijn ‘de juiste functie op de juiste plaats’. Daarmee bedoelen we dat er gekeken wordt naar de grootte en soort bedrijf. De verschillende soorten bedrijven krijgen op basis hiervan een logische plek. Dichtbij de stad mikken we op kleinschalige tot middelgrote bedrijven, die goed aansluiten bij de functie wonen. Verder weg van de stad kunnen middelgrote en grote bedrijven hun plaats krijgen, alsook bedrijven die moeilijk te verenigen zijn met wonen. Er is daar meer ruimte en de impact op de woonwijken is er veel kleiner.

Daarnaast willen we voldoende bufferruimte voorzien tussen woonwijken en het bedrijventerrein. Daarnaast wordt in het plan bekeken waar wonen mogelijk is en waar de woonsituatie verbeterd kan worden. Voor sommige woonwijken is de woonkwaliteit echter moeilijk te garanderen: voor deze moet ook een oplossing gezocht worden.

Houdt de bufferzone in dat er ook meer plaats zal zijn voor groen?

We willen zeker werken aan kwalitatieve en aangename omgeving. Langs het kanaal komen er mooie groene assen. Er komen ook (fiets)verbindingen tussen de bestaande parken en pleinen. Tot slot zullen ook de woonwijken een groener uitzicht krijgen.

Het is nu wel duidelijk dat het hier om een zeer ambitieus project gaat. Hoe is dit eigenlijk tot stand gekomen en wat is de huidige stand van zaken?

Aanvankelijk is het initiatief genomen door het ’Economisch Netwerk Albertkanaal‘, een ruimtelijk netwerk van 25 Vlaamse gemeenten met als doel de economische sterktes van de bedrijventerreinen langs het gebied op elkaar af te stemmen en de economische groei te stimuleren. De Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij (POM) kreeg in 2006 de opdracht om een masterplan op te maken met subsidies van het Vlaams Agentschap Innoveren & Ondernemen. Al snel werd duidelijk dat een louter economische insteek onvoldoende was en er een bredere en gebiedsgerichte aanpak nodig was. In 2012 begon de provincie Antwerpen aan deze uitdaging. Samen met de beleidspartners werkte ze in twee jaar tijd een toekomstplan uit, dat nu in realisatiefase is.

Welke rol speelt de provincie dan precies?

Als gebiedscoördinator brengt ze visies samen en verenigt ze. Ze maakt knelpunten tussen projectpartners kenbaar en bemiddelt om de neuzen in dezelfde richting te krijgen. Het was van meet af aan duidelijk dat het project Kanaalkant nooit kon lukken zonder een goede samenwerking, doordachte compromissen en een goed oog voor kansen. Tot hiertoe is de opzet geslaagd.

De opwaardering van de Kanaalkant zit intussen in de realisatiefase. Verschillende projecten en acties krijgen stilaan vorm op het terrein. Om die nieuwe fase te begeleiden en vaart te geven, werd recent een gebiedsmanager aangesteld, Hans Maes. Deze zal in de toekomst de bedrijven bijstaan in hun zoektocht naar een geschikte locatie en ondersteuning geven bij concrete, duurzame projecten. Initiatieven rond energiedelen, meer watergebonden vrachtvervoer of een betere fietsgeschiktheid zijn voorbeelden. Waar nodig brengt de gebiedsmanager overheden en bedrijven samen. We willen daarom dat bedrijven over de eigen bedrijfsmuur kijken en zich verbonden voelen met de andere bedrijven op de Kanaalkant. De Kanaalkant moet een sterk merk worden.

Dank u wel voor uw toelichting.